Huis Schapenduinen door Wouter Hamdorff
10/10/2016 door Esther de Haan
Uitzichten in het glooiende duinlandschap
De Amsterdamse jurist Jacob Bierens de Haan gaf architect Wouter Hamdorff in 1929 opdracht het allergrootste huis uit zijn oeuvre als architect te bouwen: huis Schapenduinen in Bloemendaal. Bierens de Haan wilde een ruim huis: hij had een vrouw en zeven kinderen, een chauffeur en personeel, een voorliefde voor huisconcerten en daarnaast wilde hij zijn huis voor sociale doeleinden kunnen bestemmen en zijn kinderen later onderdak kunnen bieden.(1) Huis Schapenduinen verrees op een voormalige buitenplaats en was de laatste villa van een dergelijke grandeur in Bloemendaal. Toen het huis in 1932 werd opgeleverd doopten de familieleden van Bierens de Haan het huis licht spottend ‘het rode dorp’.(2)
Het landhuis ligt aan een rond voorplein met een slingerende oprijlaan vanaf de Brederodelaan en een dienstingang aan de Schultzlaan. Het huis is zeer breed (104 meter) en heeft een asymmetrische plattegrond. Aan de noordzijde (uiterst links van de hoofdentree) is het verbonden met een garage en twee dienstwoningen. De woonvertrekken zijn georiënteerd op het oosten, zuiden en westen waarbij de zit- en muziekkamer uiterst rechts van de hoofdentree is gelegen. Deze kamer ontvangt door zijn ligging het zonlicht zowel vanuit het oosten, zuiden als westen.
Het huis is opgebouwd uit rode baksteen en heeft een aantal vleugels die door middel van afzonderlijke zadel- en schilddaken zijn gedekt. De daken, gedekt met rode leipannen, zijn voorzien van een groot aantal dakkappellen en grote schoorstenen en hebben verschillende hoogtes. Robuuste houtconstructies, zware lateien en houten luiken met ijzeren beslag staan in contrast met de ranke stalen ramen met roedeverdeling van vierkante ruitjes. Het huis heeft nog altijd de imposante uitstraling die het in 1932 bij oplevering had.
De enige verandering in het exterieur is dat een van de drie schoorstenen is verdwenen en de kleurstelling van de ramen is gewijzigd. De plattegrond van de begane grond is door de jaren heen op een aantal plaatsen aangepast. Enkele muren in de keukens, provisiekamer en de linnenkamer in de dienstvleugel zijn doorgebroken ten behoeve van de zorgfunctie die het huis gedurende jaren heeft gehad. De oude indeling van de kelder is eveneens verdwenen net als de indeling van de bodekamers op zolder. De slaapverdieping, zolderverdieping en badkamers werden gemoderniseerd net als het interieur van de dienstwoningen die verbouwd werden tot appartementen.
Schotse dennen en merinoschapen
De gronden van Schapenduinen liggen op de oude strandwal waarop de dorpen Bloemendaal, Overveen en Aerdenhout zijn ontstaan. Er tegenover ligt een stuk lager, een strandvlakte met een meertje. De geschiedenis van deze gronden gaat terug naar de graaf van Holland die circa 1100 het huys te Aelbertsberg bouwde. De heer van Brederode had het gebied rond 1380 onder zijn gezag. In 1787, kreeg textielkoopman Willem Kops (1755-1805) het duingebied in handen, dat veel groter was dan de 16 hectare die Schapenduinen nu bestrijkt.(3) Het echtpaar maakte veel werk van hun zomerverblijf en beplantte de duinen met 20.000 stekjes van dennen uit Schotland en lieten 150 merinoschapen uit Spanje komen om het gebied te begrazen. De naam van het gebied was geboren: de Schapenduinen.
In 1858 kwam een groot deel van de Schapenduinen door vererving in handen van Adriaan Volkert Teding van Berkhout (1822-1889). Hij stichtte in 1864 de buitenplaats Caprera op het oostelijk deel van de Schapenduinen, dat een huis, koetshuis, paardenstalling en enkele bedrijfswoningen omvatte. Jacob Bierens de Haan, de latere bouwheer van Schapenduinen, huurde de buitenplaats Caprera regelmatig in de zomers tussen 1900-1927 van een nazaat van de genoemde Willem Kops, de heer Van der Wijck, om er met zijn vrouw en zeven kinderen de zomer door te brengen.
In 1918 kocht Jacob Bierens de Haan het oostelijk deel van Schapenduinen voor 90.000 gulden. In 1928 kocht hij nog eens zeven hectare voor het vorstelijke bedrag van 275.000 gulden. Vervolgens kreeg Wouter Hamdorff de opdracht om op de oude duinrug te midden van de duinbossen een villa voor permanente bewoning te bouwen.
Jacob Bierens de Haan
Jacob Bierens de Haan (1870-1937) werd geboren in Haarlem en was een van de elf kinderen van pakhuismeester van de thee, Jan Bierens de Haan, die zijn fortuin in de Nederlandse kolonies had vergaard.(4) Jacob promoveerde op 25 jarige leeftijd in de rechten en vertrok naar Nederlands-Indië en China. In 1900 werd hij secretaris van de Nederlandse Handelsmaatschappij (NHM), en was tussen 1918 en 1933 een van de directeuren. In 1907 trouwde hij jonkvrouw Wilhelmina van Riemsdijk (1882-1960), dochter van de directeur van het Rijksmuseum. Hij woonde met zijn vrouw in Amsterdam op Museumplein 17, waar het paar zeven kinderen kreeg.
Terwijl Jacob met zijn gezin in Amsterdam woonde en alleen de zomers in Bloemendaal doorbracht, hadden Jacobs tien broers en zusters al sinds het begin van de 20ste eeuw permanent hun intrek genomen in nieuwe landhuizen in de villaparken van Bloemendaal. Jacob was, aan de vooravond van de economische crisis, de laatste van zijn familie die in 1929 opdracht gaf een villa te bouwen aan de rand van het dorp. In april 1932 toen huis Schapenduinen gereed was vertrok het echtpaar met hun zeven kinderen vanuit Amsterdam naar Bloemendaal. Bierens de Haan heeft niet lang van het buitenleven kunnen genieten en overleed kort daarna op 67 jarige leeftijd.
Zijn vrouw bleef met twee van haar zeven kinderen op het huis wonen. In de oorlog verbleven er diverse onderduikers en verzetsstrijders in huis Schapenduinen en in de zomer van 1945 werd een groot deel van het huis door de familie ter beschikking gesteld voor de opvang van slachtoffers uit de concentratiekampen. In 1960 overleed mevrouw Bierens de Haan op Schapenduinen en in 1963 verkochten haar kinderen het huis met 5 hectare omliggende grond. Het huis kreeg achtereenvolgens een functie als jongenskostschool en als woonvoorziening voor gehandicapte kinderen. Nadat deze functie van het huis eind jaren tachtig eindigde kwam Schapenduinen opnieuw in de verkoop. In 1989 werd het westelijk deel van Schapenduinen met daarop huis Schapenduinen en het oostelijk deel van Schapenduinen met daarop huis Caprera, door de huidige bewoners gekocht en sinds 1992 door hen bewoond. De overige 11 hectare van Schapenduinen bleef in handen van leden van de familie Bierens de Haan. Na aankopen van onder andere diverse erfgenamen beslaat Schapenduinen momenteel 13 hectare.
Een moeizaam bouwproces
De bouw van huis Schapenduinen werd in 1929 niet uitbesteed aan de architectenfirma J.J. van Nieukerken die het huis van Bierens de Haan op het Museumplein 17 voor hem had ontworpen.(5) Volgens overlevering was Van Nieukerken hier buitengewoon ontstemd over. Hamdorff kreeg de opdracht om het huis te bouwen en de Hilversumse aannemer Eerenberg en Van der Werve nam de opdracht voor de uitvoering aan voor 173.000 gulden. Het bouwproces is tot in detail te volgen in de bouwdagboeken van het bureau-archief van Hamdorff vanaf de eerste werkweek in juni 1931, waarin de stobben van de bomen van het terrein werden verwijderd, tot de tweede kerstdag van 1932, waarin de laatste streken verf werden aangebracht op enkele muren. Minutieus tekende Hamdorff op hoeveel manuren door welke werklieden aan welk deel van het huis was gewerkt. Bierens de Haan op zijn beurt noteerde elke week de vorderingen in de bouw en de commentaren van zijn echtgenote op het reilen en zeilen op de bouwplaats die zij bijna om de dag bezocht. Ze reisde daarvoor heen en weer tussen het Museumplein in Amsterdam en Schapenduinen in Bloemendaal.
Ten gevolge van de economische crisis die inmiddels zijn intrede had gedaan werd het een moeizaam bouwproces. Bouwarbeiders uit de regio legden het werk neer, terwijl Amsterdamse bouwlieden wilden doorwerken uit angst hun baan te verliezen. De Bloemendaalse politie moest werkwilligen en stakers uit elkaar halen. Nadat de bouw was voltooid leed Bierens de Haan bovendien onder teruglopende inkomsten ten gevolge van zijn ontslag in 1933 bij de Nederlandse Handelmaatschappij.
Al tijdens de bouw besloot Bierens de Haan de realisatie van n³g een vleugel die aan de zuidzijde van het huis gepland was, af te blazen. Toen het huis dan toch zijn voltooiing naderde kregen bouwheer en architect onenigheid over tussentijdse uitbreidingen die Bierens de Haan had opgedragen, maar die volgens Hamdorff vele extra uren werk kostten die niet werden uitbetaald. Hamdorff had voor Bierens de Haan grote delen van het interieur ontworpen, zoals haard-zithoeken (inglenooks), kledingkasten, ledikanten, een kindergarderobe, schrijftafels in de kinderkamer en keukenkasten voor de drie keukens in het huis. Hamdorff kreeg in de laatste fase van de bouw bovendien de opdracht het complete huis te stofferen met wandbespanning, behang, gordijnen, kussens en tapijt van de firma Metz & en Co uit Amsterdam. De nota die hij hier vervolgens voor indiende viel niet in goede aarde bij Bierens de Haan, die deze opdracht als ‘een collegiale vriendendienst’ typeerde waar volgens hem geen vergoeding tegenover hoefde te staan. De kwestie liep zo hoog op dat deze werd voorgelegd aan de arbitragecommissie van de Bond van Nederlandse Architecten die Hamdorff in het gelijk stelde en Bierens de Haan verplichtte een extra bedrag van enkele duizenden guldens aan Hamdorff te betalen.
Toen het huis ondanks alles dan toch in 1932 gereed kwam, was het van alle technische moderniteiten en gemakken voorzien. Er was in praktisch alle ruimtes centrale verwarming en elektriciteit, er was een personenlift, een besproeiingsinstallatie voor de tuin en een bliksemafleider op het dak. Voor het hele huis werden marmeren wastafels, koperen kranen, baden, bidets en medicijnkastjes uitgekozen door mevrouw Bierens de Haan bij de firma Van den Berg & Co aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam. Een envelop met offertes geadresseerd aan haar, getuigt hiervan. Hieruit en uit het feit dat mevrouw Bierens de Haan gedurende de bouw wekelijks enkele keren bij het in aanbouw zijnde huis verscheen blijkt dat zij een aanzienlijke stem moet hebben gehad in de bouw van het huis.
Wouter Hamdorff
De Larense architect Wouter Hamdorff (1890-1965) doorliep de ambachtsschool in Utrecht, was enkele jaren in de leer als timmerman en tekenaar en vestigde zich in 1918 als zelfstandig architect in Laren.(6) Hij werd begin jaren twintig in het hele land beroemd en geliefd door zijn ontwerpen van grote en kleine landhuizen in een expressionistische, romantische bouwstijl. Zijn ontwerpen uit die jaren kenmerken zich door huizen met glooiende rieten kappen en muren van baksteneen in verschillende kleuren en maten waardoor de huizen lijken te vervloeien met het omliggende landschap.(7) Vensters speelden een belangrijke rol in Hamdorffs huizen die als ‘natuurlijke schilderijen’ het landschap en de tuin bij het interieur van het huis betrokken. Hij plaatste ze zo dat bewoners optimaal van de omringende natuur konden genieten. Enkele malen adviseerde Hamdorff zijn opdrachtgevers om de muurvlakken tussen de vensters vrij te laten waardoor niets de aandacht van het uitzicht af zou leiden.
Hij ontwierp regelmatig niet alleen het huis voor de opdrachtgever, maar legde zich ook toe op interieur, inrichting en tuin. Hij was een architect die graag een totaalontwerp maakte; ook op Schapenduinen ontwierp hij vaste en losse meubels, tegelvloeren, open haarden en keukeninrichtingen. Voor de tuin van het huis ontwierp hij de tuinaanleg met architectonische elementen zoals terrassen, zitjes, paden, trapjes en bloembakken. In sommige gevallen bepaalde hij zelfs, in overleg met plantendeskundigen, de beplantingplannen voor de tuin en de borders.(8)
Bouwen met de natuur
Hamdorff heeft zich bij het bepalen van de ligging van het huis Schapenduinen rekenschap gegeven van het feit dat hij bouwde op een historische buitenplaats. Op de tekeningen die hij maakte van de ligging van het huis op het perceel is de kaarsrechte 18de-eeuwse beukenlaan ingetekend. Hij heeft het huis achter deze laan gesitueerd zonder deze te doorkruisen. Verschillende bestaande boomgroepen op Schapenduinen zijn ingetekend en vertrekpunt geweest bij het bepalen van zowel vorm van het bouwvolume als de plattegrond van het huis en de plaatsing van de vensters. De dienstwoningen heeft hij om een aantal bestaande oude dennen heen gebouwd en ook de zichtassen die vanuit het huis naar historisch geboomte leiden, getuigen van de waarde die Hamdorff hechtte aan de al aanwezige natuur.
Veel van de huizen die Hamdorff tussen 1920-1928 bouwde gaan op in de omliggende begroeiing, door de situering en door het gebruik van rieten kappen. Om een huis te laten verglijden in zijn omgeving situeerde Hamdorff deze tegen een bosrand of in de buurt van bestaande bomen waardoor het huis een beschutte ligging kreeg. Hij voegde klimplanten, bloembakken en borders toe, tegen of in de buurt van de gevels van het huis. Hamdorff situeerde het huis in deze periode vaak in een hoek van het perceel om de ruimte voor een aaneengesloten tuin zo groot mogelijk te maken en het zicht vanuit het huis zo wijds mogelijk.
Bij Schapenduinen maakte Hamdorff andere keuzes voor wat betreft de situering van het huis op het perceel. Het stuk grond was zo groot dat hij zich geen zorgen hoefde te maken dat het uitzicht niet wijds genoeg zou zijn. Hij plaatste het huis niet tegen de bosrand maar midden op de oude strandwal. Bovendien creëerde hij afstand van het omliggende duinbos door geboomte te kappen en maakte daarmee de natuurlijke glooiingen van het duingebied zichtbaar. De bouwmaterialen dragen bij aan het contrast tussen het huis en de omgeving. Het huis Schapenduinen tekent zich scherp af tegen de omgeving door het rode pannendak en het gebruik van een nieuwe felrode baksteen. Vanaf deze periode begon Hamdorff te bouwen mét de natuur in plaats van n de natuur zoals hij tot op dat moment had gedaan.
Kamers met uitzicht
Hamdorff heeft bij het ontwerp van de plattegrond van huis Schapenduinen een duidelijke scheiding aangebracht tussen het woongedeelte en het dienstgedeelte, ingegeven door de toenmalige conventies en de baan van de zon. De belangrijkste ruimtes in het woongedeelte van het huis liggen op het oosten, westen en zuiden waardoor er gedurende de hele dag zonlicht in het huis valt. Het dienstgedeelte met keukens, provisieruimtes en linnenkamer ligt op het noorden. Ook de biljartkamer is aan deze kant gelegen, waarschijnlijk omdat voor deze activiteit geen uitzicht of zonlicht nodig was en wellicht ook om geen geluidsoverlast te bezorgen aan de huisgenoten die in de woonvertrekken verbleven. Het woongedeelte kijkt uit over de gazons en de bossen, het dienstgedeelte heeft een veel minder wijds uitzicht.
De entree ligt aan de westzijde van het huis in een portiek met halfronde boog en daarboven een natuurstenen voorstelling van schapen, een herder en een schaapskooi boven de ontlastingsboog.(10) Bij het binnengaan van het huis leidt de vestibule naar de garderobe met door Hamdorff ontworpen kapstokken en hoedeplanken. Aan deze ruimte grenst de wc en een van de toegangen tot de dienstvleugel. Vanuit de garderobe betreedt men de imposante woonhall die de volle hoogte van drie bouwlagen bestrijkt. De hall heeft een robuuste balkenconstructie en combineert donkere houten balken en dwarsbalken met stucwerk. Onder de overloop is een brede ingebouwde zithoek aangebracht, een zogenaamde inglenook. Door de drie vierkante vensters in de inglenook en de twee verticale vensters in het trappenhuis valt het zonlicht in de middag en avond naar binnen. Het glas in lichtgele en lichtblauwe tinten boven de geel betegelde vensterbanken filteren het zonlicht en geven het blauw van de lucht extra kleur. De brede eikenhouten trap met bordes en overloop is voorzien van een houten balustrade en lambriseringen. Op de slaapverdieping bevinden zich acht slaapkamers, verschillende kleedkamers en een viertal badkamers.
De eetkamer, kinderkamer en herenkamer die aan de hall grenzen zijn door de plaatsing van de vensters gericht op vergezichten in de tuin. De eetkamer heeft een erker die via een zichtas de blik via de borders en het gazon het bos in leidt naar een groep oude bomen in de verte. Openslaande deuren verbinden de eetkamer met de op het zuidoosten gelegen loggia. De kap van de veranda steunt op gemetselde staanders met daarop balken met korbelen en geeft aan twee kanten uitzicht op de tuin. De aan de eetkamer grenzende herenkamer, met inglenook heeft openslaande deuren die over het terras uitkijken. Via een meanderende zichtas leidde Hamdorff de blik over het gazon naar een bestaande oude beuk in het bos.
De gang, die vanuit de hall naar de woon-en muziekkamer voert, is aan de westzijde voorzien van grote boogvormige vensters met stalen ramen en geel betegelde vensterbanken. De ramen geven uitzicht over de borders en het gazon voor het huis en de geel getegelde vensterbanken reflecteren het zonlicht dat naar binnen valt. Opmerkelijk zijn de tien gipsen reliëfs met Bijbelse en mythologische voorstellingen, afgietsels van reliëfs uit de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam. Bierens de Haan had deze gekocht in het kader van een fondswervingsactie van het museum. Op interieurfoto’s van rond 1915 van het huis op het Museumplein 17 is te zien dat de gipsafgietsels in de gang hangen. Ze zijn meeverhuisd naar Bloemendaal en daar ingemetseld.
Een van de charmantste ruimtes van het huis is misschien wel de aangebouwde bloemenkas die zich in de zuidoostelijke hoek van de woon- en muziekkamer bevindt. Een stalen deur met ramen in roedeverdeling geeft toegang tot de kleine rechthoekige ruimte met aan twee zijden blauwgroen betegelde gootstenen waarvan de betegeling wordt doorgezet in de vloer. De gekoppelde stalen ramen aan twee zijden en de openslaande deur met lichtgroen glas naar het terras geven door het groen gefilterde licht de illusie in de tuin te staan.
Aan de linkerzijde van de vestibule bevindt zich de tweede toegang tot de dienstvleugel, de loge van de huisknecht en de biljartkamer met inglenook. De dienstvleugel bestond uit een provisie- en kookkeuken, linnenkamer, dienstbodegarderobe, bodezit, bodeloggia en verschillende andere werk- en opslagruimtes. Daarachter lagen de garage en de dienstwoningen. Een van keukens, de dien-of servicekeuken, is nog oorspronkelijk met onderkasten met deurtjes en bovenkasten met glazen deuren in roedeverdeling. Tegenover de keukens leidt de diensttrap naar de slaapverdieping en de zolder: naar de voormalige bodekamers, de waszolder, de timmerkamer en de doka. Ook leidt de trap naar beneden naar de vroegere wijn-, aardappel- en kolenkelder, de houtopslag, de provisiekelder en de motorkamer van de personenlift.
Tussen de kookkeuken en de dienkeuken bevindt zich een gang die de woon- en de werkvleugel scheidt en zich buiten voortzet in een arcade of overdekte gang met halfronde bogen die doorzichten bieden in de tuin. Deze arcade scheidde de dienstwoningen van het landhuis, waardoor de bewoners, zittend op de terrassen, geen last hadden van de aanwezigheid en het geluid van de werkzaamheden van het personeel vanuit de dienstvleugel.
Sobere vormen en felle kleuren
Hamdorff zocht bij het vormgeven van exterieur en interieur van het huis naar eenvoudige vormen, felle kleuren en moderne materialen. Hij gebruikte stalen ramen en kozijnen in plaats van houten. De luiken die hij bij eerdere huizen een crème of gele kleur gaf, werden op Schapenduinen helder blauwgrijs geverfd. Binnen kreeg de schoorsteenomlijsting in de herenkamer een betegeling met robuuste zwartblauw geglazuurde tegels en in de woonkamer heeft Hamdorff een haardomlijsting ontworpen met groen en wit geglazuurde rechthoekige tegels in een onregelmatig patroon. Voor het tegelwerk van lambriseringen en vensterbanken koos Hamdorff voor grove geglazuurde tegels in felle kleuren, zoals donkerblauw, turquoise, felrood, hardgroen en diepgeel, waarbij Hamdorff wellicht geïnspireerd werd door Hendrik Berlage (1856-1934) die vaak dezelfde kleuren gebruikte.(9) Ook de gele en blauwe kleur van het glas in de hall en het groene glas in de bloemenkas werden bewust door Hamdorff gekozen om het effect van het invallende licht in het interieur te versterken. De tegelvloeren van een grijsbruin gemarmerde steen in gangen en dienstruimtes boden tegenwicht aan de uitgesproken kleuren en geven een aards karakter aan de ruimtes. De tegels werden allen bij de bekende firma N.V. Heystee’s tegelhandel in Amsterdam besteld en drukten flink op de begroting. Zij kostten meer dan 3000 gulden.
Flagstones, muurtjes en trappen
Van Schapenduinen zijn geen gedetailleerde tekeningen bekend voor het tuinontwerp. Hamdorff heeft wel de architectonische tuinelementen en borders die grenzen aan het huis vormgegeven, zo blijkt uit het bouwdossier. Kenmerkend voor de tuinen van Hamdorff is het gebruik van rustieke elementen zoals lokaal gevonden keien, flagstones en vuursteen.(11) Op Schapenduinen heeft hij de achterzijde en rechter zijkant van het huis omringd door een terras van flagstones dat overgaat in smalle bloemenborders afgezet met een bakstenen rand. Een vierkante kruidentuin omringd door een lage muur van gestapelde leistenen grenst daaraan en is typisch voor zijn voorkeur om gelaagdheid in de tuin te creëren. Hij ontwierp dikwijls architectonische elementen zoals stenen zitjes, hoogteverschillen met stenen muren en trapjes, plantenbakken, pergola’s, waterbakken of een tuinmuur met uitsparingen voor planten.
Al deze elementen zijn in de tuinen van huis Schapenduinen te vinden. De bloemenborders aan weerszijden van de entree van het huis zijn afgezet met een smalle bakstenen rand. Een verzonken bakstenen tuinmuurtje grenzend aan het terras bij de loggia is vermoedelijk bedoeld om planten in te laten groeien.(12) Grenzend aan de woon-muziekkamer staat een robuuste pergola op het flagstoneterras dat via flauwe traptreden overgaat in het gazon. Daar waar de extra vleugel aan de zuidkant van het huis geplaatst had moeten worden ontwierp hij een ondiep geschulpt waterbassin met aan weerzijden twee bloembakken, waar nu nog alleen restanten van zichtbaar zijn.
Typerend voor Hamdorffs tuinen, ook op Schapenduinen, is de afwisseling tussen geometrische en gebogen vormen zoals in de gemengde tuinstijl van begin 20ste eeuw gebruikelijk was. Borders, gazons, paden en waterpartijen gaf hij in golvende lijnen weer. Terrassen, bloembakken en waterbassins waren vaak geometrisch van vorm. Op foto’s van rond 1932 is te zien dat naast de loggia voor het personeel een vierkant waterbassin met leistenen muurtjes en een fontein heeft gelegen.
Het letterlijke hoogtepunt van huis Schapenduinen vormt het uitzicht vanaf het uitzichtpunt in de hoogste schoorsteen dat met een trapje kan worden bereikt. Een overweldigend panorama van uitgestrekte, glooiende gazons, zichtassen en beboste duinen ontvouwt zich aan de kijker. Wouter Hamdorff heeft zijn opdrachtgever Jacob Bierens de Haan een grootse landelijke idylle geleverd waarbij hij tegelijkertijd zijn eerste schreden in de architectuur van de nieuwe tijd zette.
Noten
- W. Post, Buitenplaatsen in Bloemendaal, Haarlem 1992, pp. 117-129. Gesprek met de huidige eigenaar de heer Jan de Jong op 30 maart 2016.
- Gesprek met de heer Johan Carel Bierens de Haan op 9 september 2016 en met Ingeborg Bierens de Haan op 26 september 2016.
- Gegevens over het ontstaan en de ontwikkeling van het gebied Schapenduinen werden ontleend aan; E. De Jong, Tuinhistorische analyse en waardering, Schapenduinen te Bloemendaal, SB4, Wageningen 2014, pp. 117-129; R. Schotte, ‘Buitenplaats Schapenduinen’, Ons Bloemendaal, 2012 (zomer) nr. 2, pp. 8-12; Post 1992 (zie noot 1).
- Gegevens over de familie Bierens de Haan werden ontleend aan Post 1992 (zie noot 1), Schotte 2012 (zie noot 3) en familiearchief Bierens de Haan, J.C. Bierens de Haan, Arnhem.
- Plattegronden en gegevens over de bouw van huis Schapenduinen werden ontleend aan het Hamdorff Archief, Het Nieuw Instituut, Rotterdam; inv. nrs. HAMD t112 en d266; Post 1992 (zie noot 1).
- Gegevens over leven en werk van architect Hamdorff werden ontleend aan M. Estourgie-Beijer, Wouter Hamdorff architect, 1890-1965, Laren 1989.
- De belangrijkste voorbeelden van Hamdorffs expressionistische romantische bouwstijl zijn huis Zevenende in Laren (1926) en huis ’t Sant in Aerdenhout (1928) dat binnenkort op de website wordt besproken.
- In het Hamdorff Archief ondergebracht bij het Nieuw Instituut in Rotterdam zijn verschillende tuinontwerpen van Hamdorffs hand bewaard gebleven; G. de Jong, Hamdorff; Huizen en Tuinen in het Gooi, Albers Adviezen Historische Parken, Utrecht 2009.
- K. Gaillard, ‘Sobere eerlijkheid, behaaglijke eenvoud. Het binnenhuis volgens Berlage’, in: E. Bergvelt, F. van Burkom en K. Gaillard (red.), Van Neorenaissance tot postmodernisme, Honderdvijfentwintig jaar Nederlandse interieurs 1870-1995, Rotterdam 1996, p. 69.
- De gedenksteen werd gemaakt door beeldhouwster Nel Bakema, ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van mevrouw Bierens de Haan en in 1942 geplaatst; Post 1992 (zie noot 1) p. 121.
- Gegevens over de tuinen van Hamdorff werden ontleend aan E. De Jong, 2014 (zie noot 3) en G. De Jong, 2009 (zie noot 8).
- Huis ’t Sant in Aerdenhout (1928), elders op deze website besproken, heeft een door Hamdorff ontworpen tuin met een dergelijke muur met plantgaten.