Villa Holt in Overveen (1957)

16/10/2020 door Esther de Haan

deel Deel op Facebook Deel op Twitter Deel op LinkedIn Deel via e-mail

Een split-level woning aan het duin

 

Gerard Holt (1904-1988) ontwierp in 1956 zijn eigen woonhuis aan de Lonbar Petrilaan in Overveen op instigatie van zijn vrouw Maria Holt-Bakker. Zij had kort ervoor het stuk steil oplopende duingrond gekocht en spoorde haar man aan een huis voor het gezin te bouwen. Holt had vanaf de jaren dertig een eigen architectenbureau en richtte in 1946 samen met Bernard Bijvoet een succesvolle praktijk in Haarlem op; daarnaast was Holt hoogleraar aan de TU Delft en lid van tal van adviesorganen en commissies. Het echtpaar vroeg nadat het huis gerealiseerd was, tuinarchitecte Mien Ruys een tuin bij het huis te ontwerpen; haar eerste bielzen terrastuin werd in 1958 tegen het oplopende duin aangelegd. De aanleg van de tuin is, hetzij enigszins overwoekerd, nog aanwezig en gedeeltelijk nog voorzien van de oorspronkelijke beplanting. Het echtpaar Holt-Bakker bewoonde hun leven lang het huis. In 1978 overleed Maria Holt-Bakker en Gerard Holt bleef in het huis wonen tot zijn dood in 1988, waarna zijn dochter met haar echtgenoot als tweede bewoners de villa betrokken en er tot op de dag van vandaag wonen.

 

Architectenbureau Bijvoet en Holt

Holt die opgroeide in een rooms-katholiek gezin, koos niet voor traditionele architectuur, maar omarmde het Nieuwe Bouwen, de architectuurstroming waarvan functionaliteit en het ontbreken van ornamentering, de belangrijkste kenmerken waren. Naast Holts eigen werk, zoals kerken en scholen, realiseerde hij samen met Bijvoet vele woonblokken in onder andere Rotterdam, Velsen en Katwijk aan Zee. Ook ontwierpen zij de modernistische Villa Looyen in Aerdenhout en in de jaren vijftig en zestig theaters in Tilburg, Nijmegen, Apeldoorn en Tiel. Het ontwerp van het Okura hotel in Amsterdam, behorend bij het ontwerp van het nooit op die plek gerealiseerde operagebouw is eveneens van de hand van Holt en Bijvoet.

 

Halve verdiepingen

Het modernistische huis, dat in 1957 door Holt werd voltooid, bestaat uit drie bouwlagen die ten opzichte van elkaar verspringen volgens het zogenaamde split-level principe. Het compacte huis ligt achter op de kavel tegen de duinhelling aan en is omgeven door dennen en struikgewas. Een slingerend opgaand pad leidt naar de entree van het huis aan de noordoostkant ter hoogte van de eerste halve verdieping. Aan de zuidwestkant van het huis, waar het duin het steilst is, biedt elke halve verdieping toegang tot de tuin via een terras of tuinpad. De ruimtes vloeien op vanzelfsprekende wijze in elkaar over. De niveauverschillen die via de open trap en bordessen zijn verbonden, zorgen voor het bijzondere ruimtelijke effect.

 

De hoofdvorm van het huis is vierkant en het heeft een plat, met koperen platen bedekt dak met dezelfde hellingshoek als het duin, zonder overstekken. De gevels van het huis waren oorspronkelijk grijs geschilderd maar zijn door de huidige bewoners wit gemaakt. De ramen van verschillende groottes zijn van hardhout, met de draaiende delen in staal, allen in blauw- groen geschilderd. Het oogt als een doelmatig en sober huis, en heeft een open maar tegelijkertijd ook een gesloten karakter. De voorgevel bestaat ter hoogte van de woonkamer bijna geheel uit een grote rechthoekige raampartij en geeft daarmee een inkijk in het huiselijk leven. Om de hoek, aan de noordoostkant, ligt de entree van het huis juist bijna verstopt in het duin. Onder de woonkamer ligt de drive-in garage, een bijkeuken, provisieruimte en een studeerkamer. Op dezelfde niveau als de woonkamer ligt de slaapkamer die in open verbinding staat met de badkamer. Een verdieping hoger bevinden zich de andere twee slaapkamers en grote bergruimtes onder het dakbeschot.

 

Uitkijken over het duin

De woon- en eetkamer zijn in split-level geschakeld en via een vijftredige open trap met elkaar verbonden. Onderscheid in eet- en woonfunctie wordt gemaakt in het materiaal van de vloer, dat in de eetkamer van marmer is en doorloopt in de vloer van het terras. In de lagergelegen woonkamer ligt een houten vloer van Deens essenhout. Zowel de woon- als de eetkamer kijken uit op het oplopende duin door twee enorme raampartijen van de plint tot het plafond. De muren in de woon-eetkamer werden door Holt afgewerkt met ruw pleisterwerk in een lichtgrijze kleur dat in een gewolkt patroon werd aangebracht. De eetkamer is via een dubbele servieskast met openslaande deurtjes en een doorgeefluik verbonden met de naastgelegen keuken. De Bruynzeel modelkeuken van Piet Zwart uit de jaren dertig, met pannenrekken en glazen voorraadlaatjes, nam het echtpaar mee uit het vorige huis en bouwde de kleine keukenruimte om het meubel heen. De vloer van de keuken voorzag Holt van een petrolblauwe mozaïek betegeling. De slaapkamer heeft simpele houten garderobekasten, door Holt ontworpen; in de badkamer hangt de oorspronkelijke wastafel en zijn de muren en vloeren bekleed met een respectievelijk grijze- en zandkleurige mozaïek betegeling. De wc-ruimtes hebben zwarte wastafels en zwart-witte betegeling.

 

Meubels van eigen hand

Holt ontwierp veel van het ingebouwde meubilair zelf en richtte het huis verder in met enkele losse stukken van eigen hand, zoals een dressoir, een bureau en een eettafel in de woon-eetkamer. Holts meubels worden gekenmerkt door scherpe hoeken en het gebruik van eenvoudige, geometrische vormen en sobere materialen. Daarnaast werden huis en tuin ingericht met meubels en kunstwerken van tijdgenoten van de architect. Tot op de dag van vandaag sieren een groot deel van deze meubels en kunstwerken het huis. Enkele meubels zoals de wandvullende boekenkast in de woonkamer en een ronde eettafel kocht het echtpaar Holt bij de Amsterdamse interieurwinkel Metz & Co. De huidige bewoners brachten later nog het meubilair in dat Holt ontwierp voor hun huwelijk: een kledingkast en een dressoir. Opmerkelijk is dat ook een aanzienlijk deel van de stoffering uit de bouwtijd nog in het huis aanwezig is: de petrolblauwe gordijnen van het huis hangen in de hal en in de slaapkamer, net als de witte gordijnen in de badkamer en keuken, beiden van het merk Tulipan. Ook de taupe stoffering uit 1957, cavaleriedoek volgens overlevering, siert nog altijd het trapje in de woonkamer. Alles is van een tijdloze kwaliteit net als de rest van het huis!

deel Deel op Facebook Deel op Twitter Deel op LinkedIn Deel via e-mail

Blijf op de hoogte via e-mail

Vul uw e-mailadres in om bericht te krijgen bij nieuwe blog- en nieuwsberichten op deze website.