Van boerderij tot landhuis in ‘Gooise’ stijl.
06/11/2015 door Barbara Laan
‘Gooise landhuisstijl’, wat is dat eigenlijk? Tegenwoordig is de Gooise landhuisstijl een begrip. Makelaars gebruiken het te pas en te onpas en de monumentenbeschrijvingen staan er bol van. Maar nooit wordt het begrip uitgelegd. Na enig onderzoek bleek dat weinig publicaties er veel woorden aan vuil maken en nog vreemder: het is geen lemma in wikipedia! Reden voor ons om Hans de Haan te vragen er een blog aan te wijden. Hij was een van de eerste die aandacht bestede aan het fenomeen in zijn boek Gooische villaparken. Binnenkort promoveert hij op het onderwerp.
Tekst: Hans de Haan 5 november 2015
In de late jaren 1890, verscheen er in Nederland een nieuwe variant van de villa. Deze variant was geïnspireerd door de Engelse Arts and Crafts beweging uit de jaren 1870. De architecten, met als belangrijkste vertegenwoordiger Richard Norman Shaw, zochten de eenvoud en de eerlijkheid in de Engelse traditionele, landelijke architectuur. Dit leidde tot een stijl die gebaseerd was op voorbeelden uit de landelijke bouwkunst (het zogenaamde ‘vernacular’) die per definitie ervaren werd als eerlijk en eigen, want niet verpest door beschaving en cultuur.
In Nederland werd in de loop van de jaren 90 van de 19de eeuw ditzelfde idee van de eerlijke, landelijke bouwkunst opgepakt. Een cruciale rol bij deze conceptverandering speelden de in 1904 jong gestorven architect Willem Bauer, zijn vriendschap met Frederik van Eeden en de stichting van de sociaalanarchistische landbouwkolonie Walden te Bussum in 1898. Walden was opgezet als een co¶peratieve landbouwkolonie waar Van Eeden en Bauer een nieuwe landbouwsamenleving op basis van gemeenschappelijk bezit trachtten op te bouwen, uitgaande van de ideeën uit Henry Thoreau’s boek Walden, or Life in the Woods. De houten hutten en de woningen die Bauer op en bij Walden ontwierp, sloten stilistisch nauw aan bij de landelijke bouwkunst van het Gooi en refereerden daarmee in moreel-politiek zin aan arbeid, eerlijkheid en soberheid. Dit waren geen villa’s meer, dit waren woonhuizen op en van het land, landhuizen dus. De kleine eenvoudige, met riet gedekte houten hutten die Bauer voor Van Eeden en zichzelf ontwierp om in te wonen en te werken waren letterlijk de terugkeer naar het eenvoudige bestaan van de landarbeider Bauers ontwerp voor het landhuis Thea, met atelier, voor de schilder J. Zoetelief Tromp te Blaricum uit 1900-1901 voerde de landelijkheid nog een stap verder door de toepassing van een rieten kap en golvende dakvormen. Dit was het eerste voorbeeld van deze nieuwe Hollandse landhuisstijl die in de 20ste eeuw steeds populairder werd, maar daarbij zijn maatschappijkritische oorsprong verruilde voor de schilderachtige romantiek van de rietgedekte, Hollandse boerderij.
Ook de architect H.P. Berlage pakte dit nieuwe thema op en bracht het verder binnen zijn brede kennissen- en vriendenkring van socialisten, anarchisten, kunstenaars en zakenlieden. In opdracht van de dichter, socialist en politicus Herman Gorter had Berlage een kleine villa in Bussum ontworpen. Het mocht niet meer dan 5.000 gulden kosten en werd in een uiterst sobere stijl uitgevoerd met topgevel en zadeldak en de verdieping in de kap. Gorter kon zich ook vanuit zijn socialistische visie uitstekend vinden in Berlages sobere esthetiek. In een brief aan zijn vriend, de componist Alphons Diepenbrock beschreef Gorter het witgepleisterde villaatje als volgt: ‘Het huis ziet er heel aardig uit, meer een mooi boerderijtje dan een villa en het heeft een tuin van berken en sparren en een wijd uitzicht over weilanden naar bossen.’
Vanaf 1900 werden er steeds vaker vrijstaande huizen gebouwen die teruggrepen op boerderijen en landelijke architectuur. Het landhuisboerderijtype was een succes, net als Berlages landhuis te Laren dat hij ontwierp voor de schilder-decorateur Richard Roland Holst in 1901. Roland Holst was getrouwd met de bekende dichteres, schrijfster en socialistische, later communistische, politica Henriëtte Roland Holst. Uit correspondentie bleek dat Roland Holst een belangrijke invloed had op de aard van het ontwerp die hij ‘zoo eenvoudig mogelijk op het boersche af’ wilde hebben; dit wilde hij voor het gevoel, de eenvoud en de eerlijkheid, maar ook, heel praktisch, in verband met de kosten. Daarnaast wilde Roland Holst, net als zijn in de socialistische politiek zeer actieve vrouw, die goed bekend was met Arts and Crafts, zijn huis vanuit die opvatting, zowel esthetisch als politiek, vormgeven.De dubbele landelijke woning met rieten kap van S. de Clercq en J. Gratama in Laren was gebaseerd op de omliggende boerderijtjes. Het ontwerp viel in de smaak want kreeg de bronzen medaille van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst op de Tentoonstelling van Bouwkunst in 1903. Het dubbele landhuis werd boerderijachtig opgevat, aldus de architecten, vanwege de omgeving die ‘voornamelijk uit schilderachtige boerenwoningen bestaat’ en er werd door de architecten naar gestreefd ‘zoo weinig mogelijk het karakter van het moderne villatype te benaderen, doch meer den schuurvorm aan te houden’.