Huis Leyduin in oude foto’s
08/04/2016 door Esther de Haan
In 1922 is het nieuwe huis Leyduin eindelijk klaar. De familie Dorhout Mees liet het huis bouwen op de gelijknamige buitenplaats in Vogelenzang. Het echtpaar Dorhout Mees-De Blocq van Scheltinga is al in 1920 vanuit Zwolle met vijf kinderen naar Kennemerland verhuisd. Gedurende ruim een jaar, zolang als de bouw van huis Leyduin duurde, ‘bivakkeerden’ zij in Aerdenhout. Toen de muren al een meter hoog stonden kreeg de bouw onverwachte vertraging doordat mevrouw Dorhout Mees toch moest concluderen dat de plattegrond te benepen was. Alles werd afgebroken; er werd een ruimer huis gebouwd dat de goedkeuring van de vrouw des huizes kon wegdragen.
Bouwheer Andries de Maaker, bekend in Haarlem om zijn historiserende neorenaissance woonhuizen had de opdracht gekregen het huis te ontwerpen. Het eindresultaat dat er in 2016 nog in ongewijzigde vorm staat, is een kloeke neorenaissance villa met een terras voorzien van classicistische zuilen liggend op een duinrug, uitkijkend over de weilanden naar de spoorlijn Haarlem-Leiden. De achterkant van het huis grenst aan de beboste duinen van Leyduin.
Nadat het gezin huis Leyduin heeft betrokken, de kamers gemeubileerd, de tuinen aangelegd en de paarden en auto’s ondergebracht in het koetshuis, laat de familie een fotograaf een fotoboek maken van alle representatieve vertrekken van het huis. De datering ligt vermoedelijk rond 1924. Het in leer gebonden ‘koffietafelboek’ geeft een impressie van de hall – ingericht als woonkamer – de herenkamer, de eetkamer en boven op de eerste verdieping, het boudoir en de studeerkamer. De foto’s tonen een eclectisch interieur. De grote rechthoekige woonhall, uitkijkend over de weilanden voor het huis, is voorzien van een marmeren vloer ‘ a livre ouvert’ en de barokke wandvullingen zijn geïnspireerd op de Franse Loire chateaus. De haard is eveneens met barok stucwerk afgewerkt en voorzien van een grisaille met putti. De hall is ingericht als woonkamer met een zitje met pluche bekleding en stoelen rondom de haard, dikke Perzische tapijten die het marmer aan het oog onttrekken. Palmen in potten op bijzettafeltjes en een piano completeren de inrichting.
De rest van de representatieve vertrekken komt uit op de hall. De eetkamer aan de achterkant van het huis uitkijkend op het bos, heeft lambriseringen, gotische bogen in de schouw en een massieve dubbele toegangsdeur naar de hall. De herenkamer uitkijkend over de weilanden, is eveneens ‘gotisch’ met donkere lambriseringen en een houten schouw. De functie van de derde kamer die grenst aan de hall is onduidelijk. Foto’s van deze kamer zijn niet opgenomen in het fotoboek van de familie. Of deze kamer ook een representatieve functie heeft gehad is onzeker. De kamer grenst met een schuifdeur aan de loggia. Waarschijnlijk heeft deze kamer gefunctioneerd als tuinkamer die in de zomer een open verbinding met de loggia mogelijk maakte.
Op de eerste verdieping is het boudoir van de vrouw des huizes met gebloemd meubilair en pronkkast met servies, gefotografeerd en de studeerkamer van de heer des huizes. Heel interessant, maar niet gefotografeerd, is ook de kleedkamer van mevrouw met toilettafel en talloze laden en kastjes voor hoeden, sjaals en schoenen. Ook de badkamer met dubbele marmeren wastafel en grote garderobekasten met spiegels is imposant. Beide grenzen aan het boudoir van mevrouw, zijn nog in oorspronkelijke staat, maar werden begrijpelijkerwijs als privé vertrekken niet meegenomen door de fotograaf.
De dienstvertrekken bestrijken zeker een kwart van de plattegrond en zijn ondergebracht in een uitgebouwde vleugel aan het huis uitkijkend over het bos. De keuken heeft een nis met zitgedeelte en dienst-wc voor het personeel. Er is een waskeuken en een dienkeuken met granito aanrechten, wasbakken en servieskasten in oorspronkelijke staat. De dienkeuken is via een deur verbonden met de eetkamer. Ook deze vertrekken, voorbehouden aan het personeel, werden niet in het album van de familie Dorhout Mees opgenomen.
Wel in beeld gebracht is de loggia met Italiaanse zuilen die vanuit de tuinkamer en de keuken te bereiken is. Rieten fauteuils, palmen en agaven in potten tonen het zomerse leven op de buitenplaats. Ook de net aangelegde tuinen met jonge aanplant werden in beeld gebracht, net als de paarden van de familie in de stallen en de auto’s in het koetshuis. Lanen en paden rondom het huis, de beek met cascade, de Belvedère op een heuveltop werden eveneens vastgelegd.
De plattegrond en de interieurelementen zijn ondanks dat het huis intensief bewoond is geweest na het overlijden van de heer en vrouw des huizes in 1936 respectievelijk 1939, uitzonderlijk goed bewaard gebleven. In 2013 kwam het huis leeg te staan. Sindsdien is het huis, eigendom van Stichting Landschap Noord-Holland, helaas niet meer bewoond. Wel kunnen de kamers en de hall in het huis gehuurd worden voor zakelijke of feestelijke doeleinden.
Bronnen:
Interview door de auteur in 2012 met mevrouw De Boer-Dobbe, dochter van de tuinbaas van Leyduin die als klein meisje op de buitenplaats woonde en de bouw van het huis heeft meegemaakt.
Het fotoboek bevindt zich in de collectie van de familie Dorhout Mees en in de database van Stichting Landschap Noord-Holland.