Het land van Mauve

25/06/2015 door Marlieke Damstra

deel Deel op Facebook Deel op Twitter Deel op LinkedIn Deel via e-mail

Jozef Israëls was de eerste schilder die in Laren ging wonen. Hij vertelde Albert Neuhuys over het prachtige dorp en nam hem mee om daar te gaan schilderen. Eenmaal terug in de stad ging al snel het nieuwtje rond dat Laren een schilderachtig dorp was en bij uitstek geschikt om ongerepte landschappen en eenvoudige binnenhuizen te schilderen. De schilderijen van Anton Mauve met schapen op de heide omringd door bomengroepen zorgde voor de bijnaam: ‘land van Mauve’.

 

Het ging zo snel dat het rond 1880 onder schilders gewoon was om de zomermaanden in Laren door te brengen. Men sliep dan vaak in De Vergulde Postwagen, welke in 1905 werd gekocht door Jan Hamdorff en het centrum zou worden van het goede leven in Laren en Blaricum. Andere kunstenaars huurden een atelier of lieten een hut of een woning met atelier bouwen. Door de aanleg van het openbaar vervoer werd dit proces versneld, want de dorpen lagen vanaf circa 1880 niet meer geïsoleerd.

 

Laren en Blaricum bleven lange tijd de uitvalsbasis voor mensen zoals kunstenaars, schrijvers, filosofen, wereldverbeteraars, anarchisten, natuurapostelen en andere idealisten die zich tegen de kapitalistische samenleving keerden. Deze dorpen maakten dan ook een andere ontwikkeling door dan de dorpen Bussum en Hilversum waar grondspeculanten en bouwondernemers tientallen villaparken ontwikkelden voor de gegoede burgerij. Lien Heyting schrijft in haar boek De wereld in een dorp over een aantal briefwisselingen waaruit blijkt dat rijke burgers uit Amsterdam uiteindelijk ook naar Laren en Blaricum vertrokken. Zij deden dit niet vanwege de behoefte aan een meer eenvoudige levensstijl of het streven naar antikapitalistische idealen, maar gewoonweg omdat het in Laren erg gezellig was. De dansavonden in hotel Hamdorff schijnen legendarisch te zijn geweest.

 

Architecten als K. P. C. de Bazel, J. W. Hanrath, W. Hamdorff en Th. Rueter bouwden villa’s en landhuizen die vanzelfsprekend opgingen in de omringende natuur. Het zijn voorbeelden van de zogenaamde Gooise landhuisstijl die veel in Laren en Blaricum kan worden teruggevonden. In de eerste plaats keken deze architecten naar de traditionele bouwstijl uit de omgeving zelf. De boerderijen en daglonershuisjes waren in baksteen of hout opgetrokken en hadden rieten daken die soms bijna tot op de grond hingen. De plattegrond was eenvoudig met weinig ruimtes. Daarnaast speelde ook de Engelse landhuisarchitectuur een grote rol. Asymmetrie overheerste in zowel de plattegrond als de gevels. De plattegrond kreeg een centrale hal waar omheen de vertrekken werden gegroepeerd zodat in de woonvertrekken optimaal van het licht en het prachtige uitzicht kon worden genoten. De Engelse invloed kwam met de Arts and Crafts Movement van William Morris naar Nederland. Het Engelse tijdschrift The Studio (opgericht in 1893) werd hier veel gelezen. Dit tijdschrift was van invloed vanwege de teksten over de nieuwste ontwikkelingen in kunst en architectuur en niet in de laatste plaats vanwege de vele afbeeldingen.

 

De grote hoeveelheid prachtige villa’s, landhuizen en excentrieke kunstenaarswoningen maakte het mogelijk dat Laren de eerste gemeente van Nederland werd waar in 1912 een ‘welstandsbepaling’ werd opgenomen in de Bouwverordening. Henri Polak, tussen 1894 en 1940 voorzitter van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond,  zorgde ervoor dat Laren een gemeentelijke Schoonheidscommissie kreeg die het ‘scheppen van nieuwe leelijkheid’ zou moeten voorkomen zoals deze volgens hem wel bestond in de genoemde villaparken. ‘Wie bouwen wil te Laren weet bij voorbaat dat een minderwaardig ontwerp geen kans heeft toegelaten te worden’, zo voorspelde Polak. In feite betekende dit dat de Larense architectuur van voor 1912 richtinggevend werd en dat alles wat afweek niet door de commissie kwam. Dit ging zelfs zover dat een modernistisch ontwerp van Gerrit Rietveld in 1933 werd afgewezen!

 

Literatuur

Het onderhoudende boek van Lien Heyting, De wereld in een dorp. schilders, schrijvers en wereldverbeteraars in Laren en Blaricum 1880-1920, gepubliceerd in 1994 geeft inzicht in het alternatieve volk. Een ander lezenswaardig boek over de trek naar het platteland en de buitenwijken is dat van Ileen Montijn, Naar buiten, uit 2002.

deel Deel op Facebook Deel op Twitter Deel op LinkedIn Deel via e-mail

Blijf op de hoogte via e-mail

Vul uw e-mailadres in om bericht te krijgen bij nieuwe blog- en nieuwsberichten op deze website.

De hut van Adriaan Roland Holst, gebouwd door Th. Rueter in 1911, foto dateert uit 1993.

Jan Hamdorff liet in 1913 een kunstzaal bouwen in zijn beroemde Hotel Hamdorff. Hier organiseerde hij jaarlijks goed bezochte kunsttentoonstellingen! Dit afficheontwerp is van de hand van Willy Sluiters.

Schilder in Laren, ca. 1910.

Het atelier van Wouter Hamdorff in zijn huis aan de Zevenenderdrift in Laren.