Forenzen van het Singel in Bussum naar de Singelgracht in Amsterdam
05/02/2016 door Barbara Laan
De katholieke zoutfabrikant Fran§ois Bouvy (1872-1930) leidde samen met zijn broer Léon het oude familiebedrijf ‘J.J. Bouvy en zoon Zoutziederij “De Pauw‒. De firma Bouvy importeerde zout uit Salzburg en reinigde het in Nederland. De fabriek produceerde onder meer tafelzout, slagerszout, badzout en keukenzout. De gevelsteen boven de dubbele toegangsdeur van Singel 259 siert nog altijd het kantoor aan de gracht, vlak achter het Paleis op de Dam. Fran§ois woonde er schuin tegenover op Keizersgracht 414 met zijn vrouw Eulalie Thijssen met wie hij trouwde in 1901. De zitkamer, eetkamer en slaapkamer lieten zij compleet inrichten met meubelen van het ultra moderne verkooplokaal ’t Binnenhuis. Niet lang daarna besloten zij vanwege de gezondheid van Eulalie, te verhuizen naar een villa in het groen. Fran§ois, die het kantoor in Amsterdam bleef runnen werd daarmee een van de vroege Amsterdamse forensen. Hij reisde met de trein op en neer vanaf het station Naarden-Bussum; later met de automobiel.
In 1903 kocht het echtpaar een enorm stuk bosrijke grond aan de rand van Bussum. Zij lieten een huis bouwen in Engelse vakwerkstijl door de katholieke architect Jan Stuyt (1868-1934), een volle neef van de vrouw van Léon en medewerker van ’t Binnenhuis. De meubelen van ’t Binnenhuis namen zij mee, maar de inrichting van het huis Singel 6 in Bussum bestond verder voornamelijk uit antiek en stijlmeubelen. Fran§ois kocht enerzijds contemporaine kunst van Marius Bauer bij kunsthandel Van Wisselingh, maar raakte daarnaast verknocht aan middeleeuwse beelden en iconen. Ook de afwerkingen in het Bussumse huis zijn een combinatie van moderne wandbespanningen van de kunstnijveraar Theo Nieuwenhuis met betimmeringen afkomstig uit oude huizen en historiserende afwerkingen in Oudhollandse stijl. Dit was overigens een gebruikelijke praktijk in deze periode.
Een van de zoons van het echtpaar, Désiré Bouvy (1915-1993), nam behalve de verzamelwoede van zijn vader ook het ouderlijk huis over. Hij legde een belangrijke verzameling middeleeuwse beeldhouwkunst aan, een onderwerp waarop hij in 1947 promoveerde. Ook in zijn werkzame leven bleef het een favoriet onderwerp toen hij conservator was en later directeur bij de voorloper van Museum het Catharijneconvent in Utrecht.
Oude foto’s van de interieurs in Amsterdam en Bussum laten zien hoe de huizen er van binnen hebben uitgezien. De interieurs van het huis in Bussum hebben veel van de oorspronkelijke afwerkingen behouden. De antiquiteiten en meubelen van ’t Binnenhuis sleten er onlangs hun laatste dagen en zijn nu verdeeld onder de nazaten.
Literatuur:
Gesprek met Hortense Bouvy op 8 december 2015.
Y. Brentjens, Rechte stoelen, rechtschapen burgers. Wonen volgens ’t Binnenhuis (1900-1929), Zwolle 2011, pp. 78-84.