De hartjes van Hanrath
19/10/2015 door Jeroen van den Biggelaar
We vroegen Jeroen van den Biggelaar om het blog over Hanrath te verzorgen omdat hij voor zijn master bouwhistorisch onderzoek deed naar werken van deze architect. Onlangs lieten wij een fotoreportage maken van het huis De Bijlakker in Laren van Hanrath door onze fotograaf Bert Muller. In november verschijnt een huizenportret over dit huis op onze site.
Johan wilhelm Hanrath (1867-1932) is een lichtend voorbeeld van een architect gevormd door de praktijk. Na een mislukte poging om marineofficier te worden en een korte periode aan de Hogere Burgerschool vond hij zijn draai in een timmerwinkel. In de avonduren volgde hij tekenles bij de Amsterdamse architect Willem Springer (1815-1907) waar hij vertrouwd werd met de klassieke stijlen. Op twintigjarige leeftijd verruilde hij Amsterdam voor Berlijn en begon aan de K¶nigliche Technischen Hochschule aan de vierjarige opleiding tot Bauf¼her. Ook deze opleiding rondde hij niet af, want nog voor het begin van zijn eindexamen werd hij gevraagd te komen werken op het kantoor van regeringsbouwmeester Ludwig Hoffmann (1852-1932). Hier werkte Hanrath twee jaar aan het Hooggerechtshof te Leipzig, door Hoffmann ontworpen in Italiaanse neorenaissancestijl.
Begin 1893 keerde hij zonder diploma terug naar Amsterdam, en betrok in mei van hetzelfde jaar een hotelkamer in Hilversum. Hij begon in Hilversum zijn eigen architectenbureau, waarin later ook zijn zoon Jan werkzaam zou zijn. Hij bouwde vooral veel villa’s en landhuizen in de omgeving van Hilversum. Zijn eerste villa’s (De Eersteling en d’Oranjeappel te Hilversum) hadden een uitgesproken Duitse uitstraling; rode dakpannen, vakwerken en pleisterwerk. In zijn creaties van rond de eeuwwisseling zijn echter steeds duidelijker invloeden van de Engelse landhuisbouw herkenbaar, al dan niet gecombineerd met lokale elementen van de Gooise boerderij.
Zijn eigen stijl is echter niet zomaar een voorbeeld van een bepaalde neostijl. In zijn ontwerpen streefde Hanrath naar een zekere doelmatigheid. De aandacht lag meer op de constructie en de zorgvuldigheid van het ambacht dan op de ornamentiek. Ook hechtte hij veel waarde aan de eenheid tussen exterieur en interieur. Zijn architectuur geeft duidelijk blijk van beïnvloeding door de ideeën van de Arts and Crafts-beweging, zoals bij veel Nederlandse architecten rond 1900.
In de interieurontwerpen van Hanrath is de Engelse invloed goed herkenbaar aan de centrale hal met statietrap, niet geschilderde, houten lambriseringen in combinatie met wit pleisterwerk en toepassingen van zogenaamde ‘cosy-corners’, gezellige zithoekjes. De villa ‘Van de weg’ te Blaricum, ‘Landhuis Van Rees’ te Hilversum en zijn eigen woning ‘d’Olijftak’, ook in Hilversum, zijn hiervan schoolvoorbeelden. Het huis voor de Singers ‘De wilde zwanen’ en het huis De Bijlakker, beide in Laren, hebben dezelfde kleurige wandtegels met bloemmotief en ook dezelfde messing deurklopper aan de grachtengroen geschilderde voordeur. In meer of mindere mate keert het hartjesmotief, vaak uitgesneden in de buitenluiken, terug in het interieur; bij uitstek de persoonlijke signatuur van Hanrath. De hartjes zijn behalve in zijn eigen huis te vinden in huis ‘De Borne’ en huis ‘De Bijlakker’, beide in Laren en huis ‘Nieuw Deurne’ in Hilversum.
Ook treffen we in de laatst genoemde twee huizen een kenmerkend type binnendeuren aan: deze deuren bestaan uit twee velden met verticaal geplaatste planken in een raamwerk. In de deuromlijstingen wordt de houtconstructie getoond, waarbij op de hoeken van de stijlen en regels steeds vijf schroeven zijn aangebracht. De buitendeuren bestaan vaak uit een afzonderlijke onder- en bovendeur om het landelijke karakter van de huizen te benadrukken. Gekoppelde vensters en kleine ovale raampjes behoren verder tot het handschrift van de architect.
Het interieur had een belangrijke plaats in de ontwerpen van Hanrath, waarbij hij er vooral naar streefde een gezellige en huiselijke sfeer te creëren. Het gezin stond in zijn interieurontwerpen centraal: een huis moest van binnenuit ontworpen worden vond hij. Zijn cosy corners, soms voorzien van vaste banken, positioneerde hij in de centrale hal of in de zitkamer. Ze bestaan veelal uit een aparte ruimte in open verbinding met de eigenlijke zitkamer en zijn voorzien van een open haard en een lager plafond dan de zitkamer zelf. Ze komen in veel van de huizen van Hanrath voor en vormden de kern van het familieleven.