De abstractie begint in een hut in Blaricum

24/10/2015 door Barbara Laan

deel Deel op Facebook Deel op Twitter Deel op LinkedIn Deel via e-mail

Ateliers aan huis zijn te vinden in talloze huizen in het Gooi. Maar sommige ateliers waren niet meer dan eenvoudige hutten waar alleen werd geschilderd, niet gewoond of geslapen. De beroemdste is wel de zogenaamde ‘hut van Mondriaan’ waar de schilder in 1917 korte tijd werkte. Over de inrichting weten we heel weinig. Wel weten we dat Mondriaan ontevreden was over het daglicht in de hut. Dit maakte ons nieuwsgierig naar de schilderijen die hij er desondanks maakte. We vroegen Annemarie Vels Heijn die eerder publiceerde over het woonhuis annex atelier van de schilder William Singer om er een blog over te schrijven.

 

Tekst: Annemarie Vels Heijn 23 oktober 2015

 

Qua omstandigheden zijn het slechte tijden voor Piet Mondriaan, de jaren 1915 tot 1919. Vanwege de oorlog kan hij niet terug naar zijn atelier in Parijs, hij heeft geldzorgen, en woont goedkoop in Laren, eerst in een pension en daarna op kamers.Gelukkig heeft hij om te werken de beschikking over huisjes van de voormalige Gemeenschap der christen-anarchisten in Blaricum, eerst het atelier van Otto van Rees en daarna het ‘Huisje De Vries’. In dit nogal primitieve huisje – klein, donker en koud, zijn eigen woorden –, werkt Mondriaan geconcentreerd, op zoek naar de juiste uitingsvorm.

 

Hij schrijft er aan zijn boek De Nieuwe Beelding in de schilderkunst dat vanaf 1918 in feuilletonvorm in het tijdschrift De Stijl zal worden gepubliceerd. Daarin doet hij verslag van zijn zoektocht naar de ‘zuivere beelding’, naar een volkomen harmonie in onderlinge verhoudingen, in de werking van kleur en lijn. Ondertussen zet hij de theorie over de Nieuwe Beelding om in schilderijen. Aanvankelijk door de werken die hij de jaren daarvoor in Domburg en Scheveningen heeft gemaakt verder te abstraheren. Zo ontstaan de composities met zwarte staande en liggende streepjes op een wit vlak waarin nog enigszins de sterrenlucht, de zee en de pier zijn te herkennen.

 

Onder invloed van Bart van der Leck die ook in Laren woont, zet hij de abstractie verder door. In navolging van Van der Leck gebruikt hij primaire kleuren, zij het dat hij ze afzwakt door menging met wit en grijs. Resultaat zijn kleine schilderijtjes met blauwe, gele en roze egale kleurvlakken op een lichte ondergrond, schijnbaar willekeurig geplaatst maar in een uitgekiende ordening die pas na veel veranderen is ontstaan. Daarna verlaat hij de kleur en schildert hij zijn abstracte schilderijen bestaande uit verschillende grijze vlakken, soms gescheiden door zwarte lijnen om zich uiteindelijk tot het zwarte raster te beperken. Als laatste fase geeft hij die werken de vorm van een ruit, na een uitvoerige theoretische correspondentie met mede-De Stijl-oprichter Theo van Doesburg.

 

Zijn laatste werken in Blaricum laten weer een nieuwe ontwikkeling zien: het zijn rechthoekige doeken, geheel gevuld met gekleurde liggende rechthoeken in dezelfde verhouding gescheiden door dunne grijze lijnen. Hoewel geheel abstract klinkt er voor Mondriaan nog steeds de herinnering door aan sterrennachten die hij in 1916 schilderde.

 

Mondriaans werk wordt gewaardeerd: Hélène Kr¶ller-M¼ller koopt een aantal werken, evenals haar adviseur de kunstcriticus H.P. Bremmer. En de Amsterdamse makelaar B.J. Slijper die Mondriaan in Laren had ontmoet, koopt de eerste werken van wat een omvangrijke Mondriaanverzameling zou worden, basis van de Mondriaancollectie in het Gemeentemuseum in Den Haag. In 1919 kan Mondriaan terug naar Parijs, om zijn zoektocht naar abstractie de vorm te geven die hem wereldberoemd zou maken.

 

Bronnen:

http://www.dooyewaardstichting.nl/ateliers/

Cees W. de Jong (red)., Piet Mondriaan. Leven en werk, Naarden/Amsterdam 2015.

deel Deel op Facebook Deel op Twitter Deel op LinkedIn Deel via e-mail

Blijf op de hoogte via e-mail

Vul uw e-mailadres in om bericht te krijgen bij nieuwe blog- en nieuwsberichten op deze website.

Compositie in lijn, 1917 (Kr¶ller-M¼ller Museum, Otterlo).

Compositie met kleurvlakken nr. 3, 1917 (Gemeentemuseum, Den Haag).

Compositie met raster 3. Compositie met lijnen, 1918 (Gemeentemuseum, Den Haag).

Rastercompositie 5. (Kr¶ller-M¼ller Museum, Otterlo).

Rastercompositie 9, 1919 (Gemeentemuseum, Den Haag, Collectie Slijper).