Betalen met schilderijen
02/10/2015 door Marlieke Damstra
Jan Hamdorff, de eigenaar van het mondaine Hotel Hamdorff, was de spil in het uitbundige sociale leven van Laren aan het begin van de 20ste eeuw. Hij was naast hotelier ook gemeenteraadslid, projectontwikkelaar en hij stond in binnen- en buitenland bekend als kunstmecenas. Schilders konden tegen een lage prijs in zijn hotel slapen, hij verhuurde ateliers en hij trad op als bemiddelaar tussen kunstenaar en (potentiële) koper. Zijn kunsttentoonstellingen waren veel bezochte evenementen, evenals de extravagante dansavonden die hij met regelmaat organiseerde.
Het constante aanbod van vertier zorgde ervoor dat Hotel Hamdorff het sociale en artistieke centrum van Laren en Blaricum werd. Dagjesmensen, zomergasten en welvarende inwoners mengden zich in het hotel met kunstenaars en wereldverbeteraars. De lokale bevolking kwam niet in het hotel, voor hen was het gebeuren veel te chique. De muziekliefhebber J.D.C. van Dokkum vermeldde in zijn beschrijving over het Gooi uit 1921: ‘[…] want indien ge een rijkaard zijt, en ge wenscht champagne voor uw morgendrank en oesters voor uw tweede ontbijt, dan zal men u deze verschaffen. Voor geld en goede woorden kunt u er krijgen wat uw hart verlangt.’
De Amsterdamse hoofdonderwijzer Anton Piek schreef in 1919 in zijn boek ‘Hoe ik schilder werd’ over zijn ervaringen in het hotel. Hij vertelt hoe hij ‘aan een der vele netgedekte tafeltjes in de eetzaal van het grote h´tel Hamdorff aan den Brink [zat]. ’t Was er druk; er waren nog heel wat zomergasten. Ik voelde me nu juist niet heelemaal op mijn gemak in die deftige omgeving, maar ‘k had grote eetlust en ons maal was heerlijk, daardoor kwam ik al gauw heen over mijn ontzag voor den statigen kellner met zijn zwarte rok en groot helder-wit font. ‘k Volgde maar in alles het voorbeeld van Dekker, die zich niet weinig vermaakte met het benauwde gezicht, dat ik in de eerste oogenblikken trok.’
Alhoewel de schilders zich graag onder de rijke gasten schaarden, trokken ze zich vaak terug in een aparte ruimte met een bar, die later zou worden omgedoopt tot ‘Het Kroegje van Jan Hamdorff’. Dit was een plek waar kunstenaars en voorbijgangers op meer ontspannen wijze tijd met elkaar konden doorbrengen. Op het schilderij Het Kroegje van Hamdorff, in 1921 geschilderd door Cornelis Vreedenburgh, is te zien hoe groepen mannen biljarten, spelletjes spelen of de krant lezen. Vreedenburgh kwam naar het schijnt vrijwel dagelijks in het kroegje. Op het schilderij heeft hij een aantal bekende stamgasten afgebeeld, waaronder de schilder Frans Langeveld, rechts aan de biljarttafel; aan de tafel in het midden rechts zit schilder de Jacob Dooyewaard en aan de tafel aan de rechterzijde zitten Jan Hamdorff en de schilder Bernard Pothast. Hamdorff mengde zich vaak onder zijn kroeggangers en discussieerde mee over kunst en andere (wereld)zaken. Hij liet schilders met eigen kunstwerken betalen. In 1913 opende hij een kunstzaal waar jaarlijks grote verkoopexposities werden georganiseerd. Op deze manier creeërde hij de ideale omstandigheden voor kunstenaars en kopers om naar zijn lokalen te komen; een slimme zet!
Uit alles blijkt dat Hamdorff een vindingrijke zakenman was die, alhoewel hij iedereen probeerde te helpen, niets deed zonder daar zelf beter van te worden. Maar juist door zijn goede neus voor zaken kon hij veel schilders een podium bieden en zorgde hij ervoor dat zij kunstwerken konden verkopen. Een verslaggever van Weekblad De Amsterdammer omschreef hem in 1903 niet voor niets als een ‘echten artiesten-vader’.