Aangename woonomgeving voor de ouden van dagen
13/09/2016 door Ilja Meijer
De grote woonhuizen en villa’s die door de rijke elite rond 1900 werden gebouwd, waren in latere tijden vaak te kostbaar om nog door particulieren bewoond en onderhouden te worden. Het formaat van de panden was wel ideaal voor andere functies, zoals kantoren of zorginstellingen.
Iedereen die zich met erfgoed en historische interieurs bezig houdt, is bekend met het nadelige effect dat zo’n transformatie kan hebben op het behoud van het interieur; keukens worden gemoderniseerd, muren worden doorgebroken, betimmeringen en andere originele afwerkingen belanden in de afvalcontainer. Mooie, maar vervallen huizen worden radicaal verbouwd om te voldoen aan de eisen van nu; met een beetje geluk worden de entree en traphal nog gespaard vanwege de statigheid en hun imponerende karakter.
Radicale ingrijpen worden gedaan vaak gedaan voor nieuw te vestigen kantoren; de aanpak van sommige zorginstellingen staat daar lijnrecht tegenover. In ons onderzoek in Zuid-Kennemerland zijn we verschillende panden tegengekomen waar na een jarenlange behuizing door een zorginstelling nog opvallend veel authentieke details bewaard waren. Het verschil lijkt vooral te zitten in de beperkte beschikbaarheid van financiën en de keuze voor minder ingrijpende en reversibele verbouwingen.
Zo heeft het pand op Baan 19, uitkijkend over het Frederikspark in Haarlem, sinds 1953 gefunctioneerd als ‘opvanghuis voor gevallen meisjes’. De nonnen die het huis leiden waren streng en zuinig. Aan een prijzige verbouwing of herinrichting was dan ook geen behoefte. De overweldigende houten betimmering in zowel de entree, traphal en enkele overige kamers werd door de huidige bewoners in oorspronkelijke staat aangetroffen, zonder overgeschilderd te zijn. Ook andere details, zoals tegels, beeldhouwwerken en glas-in-loodramen, waren nog intact.
Een vergelijkbaar verhaal vertelt de omvangrijke buitenplaats Schapenduinen. In 1963 verhuisde het jongensinternaat ‘Rijperduin’ van de Korte Parkweg in Bloemendaal naar deze locatie. Vier jaar later werd het een tehuis voor geestelijk gehandicapte kinderen en dat bleef het tot 1991 met wisselende eigenaren. Hoewel er enkele kleine (reversibele) ingrepen hebben plaatsgevonden, zoals het opdelen van de zolderverdieping in kleinere slaapvertrekken, is het huis vrijwel in oorspronkelijke staat. Net als Baan 19 is Schapenduinen zo bijzonder dat er een huizenportret over wordt geschreven.
Een ander interessant pand is villa Uyt den Bosch. Dit monumentale gebouw aan de Spanjaardslaan, op de rand van Haarlem en Heemstede, deed vanaf 1956 tot de jaren ’80 dienst als kraamkliniek van de Mariastichting. Nadat het in 2009 werd aangekocht door een groot marketingbureau is het zo goed mogelijk in oude luster hersteld. Tijdens de renovatie kwamen er onder vloeren, systeemplafonds en voorzetwanden vele monumentale details naar voren, zoals parketvloeren, vloeren van graniet en houten plafonds. Het meest verbluffend is het trappenhuis en de hal met een grote betegelde schouw en houten lambrisering in classicistische stijl.
Opvallend is de grote hoeveelheid rusthuizen die in de Koninginnebuurt in Haarlem waren gevestigd. En de traditie wordt voortgezet: er verschijnen steeds meer luxe zorgresidenties in oude villa’s, zoals villa Wildhoef in Bloemendaal en huize Hildebrand tegenover de Hout in Haarlem. Zij gebruiken de historische interieurs om een mooie en aangename woonomgeving te creëren voor de ouden van dagen.
Bronnen:
Aantekeningen door werkgroep Zuid-Kennemerland van Stichting Historische Interieurs Amsterdam.
Wim Post, Buitenplaatsen van Bloemendaal, 1992.
Frans Harm, ‘Uyt den Bosch en z’n voorgangers’, Heerlijkheden (2014), pp. 29-36.